90% procent van je gedrag wordt gestuurd door je onbewuste en je dromen geven een directe inkijk in dat deel van jezelf. Om je eigen beweegredenen duidelijk te krijgen is het dus de moeite waard om te onderzoeken wat je dromen betekenen. Tijdens deze bijeenkomst geven Wouter Ströer en Arthur Eaton een introductie in vrije associatie. Een manier, bedacht door Sigmund Freud, om onze dromen te duiden. Deelnemers brengen hun dromen in en met de groep associëren we samen op de droom.
Het is altijd fascinerend om te zien wat er gebeurt als je in een groep over dromen associeert. Het is een rijke bron van nieuwe inzichten, nieuwe manieren van kijken en denken. Hieronder de reactie van één van de deelnemers op onze laatste droombijeenkomst.
“Tijdens de bijeenkomst hing er een bijzonder open sfeer. De inleiding alleen al was dromerig en bracht je in het juiste ritme voor vrije associatie. Vanaf nu ga ik mijn dromen beter documenteren en oefenen met associëren. Mijn interesse over dit interessante onderwerp is in ieder geval aangewakkerd.”
90% procent van je gedrag wordt gestuurd door je onbewuste en je dromen geven een directe inkijk in dat deel van jezelf. Om je eigen beweegredenen duidelijk te krijgen is het dus de moeite waard om te onderzoeken wat je dromen betekenen. Tijdens deze bijeenkomst geven Wouter Ströer en Arthur Eaton een introductie in vrije associatie. Een manier, bedacht door Sigmund Freud, om onze dromen te duiden. Deelnemers brengen hun dromen in en met de groep associëren we samen op de droom.
Het is altijd fascinerend om te zien wat er gebeurt als je in een groep over dromen associeert. Het is een rijke bron van nieuwe inzichten, nieuwe manieren van kijken en denken. Hieronder de reactie van één van de deelnemers op onze laatste droombijeenkomst.
“Tijdens de bijeenkomst hing er een bijzonder open sfeer. De inleiding alleen al was dromerig en bracht je in het juiste ritme voor vrije associatie. Vanaf nu ga ik mijn dromen beter documenteren en oefenen met associëren. Mijn interesse over dit interessante onderwerp is in ieder geval aangewakkerd.”
Steeds meer mensen zeggen: “Ik volg het nieuws niet meer, het is me allemaal te veel, te overweldigend.” Ze willen niet geconfronteerd worden met een wereld die op allerlei fronten wankelt. Ze ontsnappen liever in hun eigen verbeelding, of die van een ander: “Heb jij nog een leuke serie gezien op Netflix?”
Maar dan is er toch weer die werkelijkheid, die zich op de een of andere manier opdringt, en waar we ons toch toe moeten verhouden. Zo’n ontkenning van de realiteit, zo’n terugtrekken in de verbeelding, wordt in de psychoanalyse wel een vorm van ‘primitieve afweer’ genoemd. Een onbewuste kunstgreep waarmee we een overweldigende realiteit proberen te negeren; af te wenden.
Freud was de eerste die zulke primitieve afweermechanismen herkende. Maar hij zag ook dat we andere psychische mechanismen hebben waarmee we de eisen van de cultuur en onze eigen behoeften reguleren. Eén van die mechanismen noemde hij sublimatie: het vermogen om onze driftmatige impulsen om te zetten in iets verfijnds. Boosheid, angst, lust. Het kan allemaal omgezet in iets anders, zou Freud zeggen.
Denk aan: de muzikant die zijn liefdesverdriet omzet in een mooi lied. Of de kunstenaar die zijn angsten op grote doeken smeert. Maar ook: het kleine kind dat zichzelf een verhaaltje vertelt om minder bang te zijn in het donker. We zijn niet allemaal Leonardo da Vinci, die in zijn schilderijen een uitlaatklep vond voor zijn ondraaglijke leven; maar sublimeren doen we allemaal.
In deze lezing over creativiteit gaan we samen met cabaretier Wessel Meijering op zoek naar hoe de verbeelding ons in staat stelt om in woorden en beelden uit te drukken wat in de vorm van gevoelens en impulsen tot ons komt. Kunstenaars zijn bij uitstek bedreven in dit spel: zij zijn de meesters van de verbeelding. Wat kunnen we van hen leren?
Een kind stapt geruisloos van zijn fantasiewereld in de realiteit. Voor kinderen zijn de twee innig vervlochten. “Mag mijn beer ook mee-eten, mama?” Er is geen hard onderscheid tussen de realiteit aan de ene kant, en de verbeelding aan de andere. Dat is anders als we volwassen zijn. Van volwassenen verwachten we dat ze de realiteit kunnen onderscheiden van hun verbeelding.
Tegelijkertijd maken kinderen op andere gebieden juist harde onderscheiden. “Dit is de goeie,” zegt het jongetje dat met soldaatjes speelt. “En dit is de slechte. En nu gaan ze oorlogje spelen. En wie wint er? De goeie natuurlijk!” Kinderen verdelen de wereld in goed en kwaad, mooi en lelijk, eerlijk en oneerlijk. Ze doen aan zwart-wit denken. Voor volwassenen is dat, als het goed is, allemaal wat grijzer, wat genuanceerder en complexer.
Terwijl de harde grens tussen wat echt en onecht is vervaagd tegen een achtergrond van nepnieuws, deepfakes en online-communicatie, zien we op andere terreinen juist een opleving van zwart-wit denken: in de politiek, in de media. “Het is allemaal de schuld van de Amerikanen,” zegt de een. “Nee, het zijn de Russen,” zegt de ander. Wat doet zulke polarisatie met onze samenleving? Wordt het moeilijker om de realiteit van de verbeelding te onderscheiden, en leidt dat mogelijk tot meer zwart-wit denken?
Als onderdeel van de reeks Verbeelding gaan we in deze lezing dieper in op het ontstaan en de effecten van het zwart-wit denken op mensen en de samenleving. We doen dit vanuit het psychoanalytische gedachtegoed. Voor het onderwerp zwart-wit denken hebben we dichter Melle Dotinga gevraagd de avond met ons te delen, en ons denken te verdiepen.
Dromen kunnen mooi zijn, angstig, bedroevend, grappig. In dromen doen we dingen die we in het echte leven niet zouden kunnen, of durven. Soms worden we vol schrik wakker na een enge droom, soms juist met een lachje op ons gezicht. Maar iedere nacht vallen we in slaap en betreden we een heel andere wereld. Een wereld die alleen bestaat in ons hoofd. Het rijk van de verbeelding.
Gek genoeg is er nog steeds erg weinig bekend over dromen. We weten nog steeds niet precies hoe ze werken, of waarom we dromen. We weten dat we ze hebben tijdens de REM-slaap, en er zijn theorieën dat we in dromen beelden, gevoelens en gedachten van overdag verwerken. Er zijn ook mensen die dromen afdoen als betekenisloze hersenspinsels.
In de psychoanalyse zijn dromen belangrijk omdat ze ons nieuwe dingen over onszelf kunnen vertellen. Soms dromen we dingen die heel vreemd of bijzonder zijn, en waar gevoelens bij horen waarvan we helemaal niet wisten dat we ze hadden. Dromen kunnen ons dus verrassen met nieuwe inzichten over onszelf. Dat maakt dat Sigmund Freud schreef: “Dromen zijn de koninklijke weg naar het onbewuste.”
Dat dromen tot de verbeelding van kunstenaars hebben gesproken, dat spreekt voor zich. Denk maar aan het droomachtige werk van Salvador Dali. Wat hebben dromen en het creatieve proces met elkaar te maken? Hoe kijkt de psychoanalyse aan tegen dromen en hoe verschilt dat van de wereld van de kunsten? Samen met een harpist Joost Willemze kijken we naar wat dromen zouden kunnen betekenen in deze speciale lezing. En natuurlijk zal Joost ons laten wegdromen bij een prachtig muziekstuk.
“De realiteit is datgene wat, als je er niet meer in gelooft, niet verdwijnt,” schreef de Amerikaanse schrijver Philip K. Dick. Maar in onze moderne wereld lijkt het begrip ‘realiteit’ steeds meer fluïde te worden.
Met de opkomst van deepfakes, fake news en kunstmatige intelligentie worden de grenzen tussen wat echt is en wat niet steeds verder vervaagd. Als kind krijgen we al vroeg te horen: ‘Maak je niet ongerust, dat was maar een droom.’ Maar hoe leren we als kinderen echt van onecht te onderscheiden? Hoe vormen we onze perceptie van wat werkelijk is?
Het concept van de realiteit krijgt nog een andere dimensie wanneer we kijken naar de ervaringen van hen die worstelen met psychische aandoeningen. Een psychotisch persoon wordt vaak gekarakteriseerd door een verlies van contact met de realiteit. “De realiteitstoetsing is niet op orde,” zegt de psycholoog of psychiater dan. Maar wat is de realiteit precies? En hoe kunnen we ermee omgaan als deze zo wankel lijkt?
Tijdens deze lezing duiken we dieper in de betekenis van realiteit. Samen met Schrijver Joost de Vries en experts op het gebied van psychoanalyse en filosofie zullen we de verschillende aspecten van dit intrigerende concept verkennen. Van de psychologische mechanismen die ons helpen om de realiteit te begrijpen tot de culturele en filosofische implicaties van onze perceptie van de wereld om ons heen.
Dus kom en laat je meevoeren op een ontdekkingsreis door de verschillende lagen van de realiteit. Ontdek hoe onze perceptie wordt gevormd en hoe we, te midden van een wereld vol illusies en uitdagingen, onze weg kunnen vinden naar een dieper begrip van wat echt is.
Kun je je nog herinneren dat je als kind vol overgave speelde? Verkleed als superheld vloog je in je fantasiewereld door de lucht, of je hield een theekransje waarin al je knuffels tot leven kwamen. Je was volledig ondergedompeld in je verbeelding. Maar wanneer je ouders riepen dat het tijd was om te eten, verbrak de betovering en landde je weer terug in de realiteit.
Sigmund Freud was een van de eersten die erkende hoe belangrijk de verbeelding voor ons is. Hij begreep dat we niet alleen fantasiewerelden creëren om aan de harde realiteit te ontsnappen, maar ook om het leven te verkennen en te oefenen voor de toekomst. Dit begint al in onze kindertijd en blijft een belangrijk aspect van ons volwassen leven.
Nog belangrijker is dat onze verbeelding ons in staat stelt om de rauwe emoties en impulsen die we voelen, om te zetten in woorden en beelden. Zonder verbeelding zouden we dus niet eens kunnen communiceren; het vormt de basis van onze gedeelde realiteit.
Maar op het kruispunt van de verbeelding en de realiteit kan ook verwarring ontstaan. Denk aan situaties waarin onze dromen niet overeenkomen met de realiteit, of wanneer onze verlangens botsen met de wereld om ons heen. De snelle veranderingen in de wereld kunnen soms zelfs het gevoel geven dat de realiteit onze verbeelding overtreft.
In tijden van onrust, zoals oorlog, klimaatverandering en politieke spanningen, ontstaat vaak de behoefte om aan de realiteit te ontsnappen. Verbeelding biedt dan een toevluchtsoord. Tegelijkertijd wordt verbeelding vaak gezien als een manier om uit crisissituaties te komen; optimisten geloven dat met voldoende verbeeldingskracht alles mogelijk is. Kortom, verbeelding is een complex fenomeen met vele facetten.
Tijdens deze eerste editie van onze lezingenreeks over de verbeelding geven we een introductie op het onderwerp. We gaan daarbij in gesprek met dansmeester Jan-Pieter van Lieshout. En natuurlijk zal hij ook iets aan onze verbeelding bijdragen met een dans.
Achter het fenomeen clowns gaan allerlei emoties, angsten, en verlangens schuil. Wie is die vreemde man of vrouw achter het witte masker?
Op 23 mei neemt schrijver en psycholoog Marian Donner ons mee in een lezing over het fenomeen: de clown.
Het witte masker en de rode neus van de clown symboliseren meer dan alleen een rol op het podium; ze vertegenwoordigen de maskers die we in het dagelijks leven dragen. Vandaag ben ik die, morgen ben ik een ander.
Ook heeft de clown als humoristische buitenstaander een belangrijke rol in de samenleving als geheel. Het is bekend dat we met humor gewichtige, soms pijnlijke dingen kunnen zeggen die we anders niet zouden durven zeggen. Met humor kunnen we door onze mentale verdedigingen heen prikken.
Om wie lachen we precies? Om de man in het pak, of eigenlijk om onszelf
In haar lezing nodigt Donner ons ook uit om na te denken over de politieke implicaties van het clownsfenomeen. Want hoe vaak horen we niet dat politieke leiders, zowel aan de linker- als rechterkant van het politieke spectrum, als clowns worden bestempeld? Er gaat een aantrekkingskracht uit van politieke leiders die, net als clowns, chaos en verdeeldheid zaaien. Ze zeggen alles wat er bij ze opkomt, en schoppen zo ogenschijnlijk tegen het systeem. Maar de ware rol van de clown vervullen zij niet: het bevragen van de macht en het blootleggen van de absurditeit van de wereld waarin we leven.
De clown is meer dan een grappenmaker. Marian Donner nodigt ons uit om de clown te zien als een spiegel van zowel onze binnen- als buitenwereld.