Wat is het fenomeen doemdenken?
Allemaal hebben we negatieve gedachten of piekeren we wel eens. Maar bij doemdenken worden deze gedachten een patroon, waarbij we er steeds vanuit gaan dat het ergste ons te wachten staat. Dat kan bijvoorbeeld gaan over het verslechteren van de gezondheid van iemand, of het verliezen van vertrouwen in een relatie. Ook hebben we ermee te maken op collectieve schaal, wanneer het gaat om het je inbeelden van een klimaatcatastrofe of een toekomstige politieke of economische crisis.
Het doemdenken is in wezen fatalistisch: dat het ergste te wachten staat, ligt al vast. Onze fantasie kan daarbij flink met ons op de loop gaan: het kan in de kleinste gebeurtenis al een voorteken ontwaren, en de naderende tegenspoed met zo veel details voorspiegelen, dat het al een voldongen feit lijkt. Deze gedachten gaan vaak vergezeld door een gevoel van machteloosheid of passiviteit.
Waarom doen mensen aan doemdenken?
Vanuit het perspectief van de evolutie hebben onze hersenen de gewoonte om naar mogelijk gevaar in de omgeving te zoeken en om mogelijke risico’s in te schatten. Negatieve gedachten kunnen een gevoel van controle geven. Maar bij doemdenken zijn deze negatieve gedachten eigenlijk doorgeschoten, en staan ze niet meer in verhouding tot de realiteit. Daarom kan het zinvol zijn om te kijken naar de manier waarop we zijn opgevoed, onze ervaringen, en onze blik op de wereld om beter te begrijpen waarom we doemdenken.
Is doemdenken slecht voor de geest?
Doemdenken wordt vaak als onschuldig gezien. Omdat het zo absolutistisch overkomt, heeft het van een afstand bezien vaak ook iets komisch. Maar op de lange termijn kan het wel degelijk vervelende gevolgen hebben. Je kunt vervallen tot onrust en gejaagdheid, in een poging het denkbeeldige gevaar te bezweren. Of je kunt juist juist in depressie en passiviteit belanden. Daarnaast bestaat het gevaar van een self fulfilling prophecy: mede doordat we onze aandacht uitsluitend op het negatieve richten, vergroten we de kans dat het doemscenario ook daadwerkelijk uitkomt.
Hoe kunnen we beter omgaan met deze gedachten?
Zoals in andere gevallen, is het in eerste instantie belangrijk om je van deze gedachten bewust te worden. Daarna kun je kijken of deze gedachten wel stroken met de realiteit, of deze gedachten omkeren door er positieve gedachten tegenover te plaatsen. Op deze manier kun je het patroon doorbreken. Ook is het belangrijk te ontdekken welke reële angsten of onzekerheden eraan ten grondslag liggen. Door deze beter te leren begrijpen, en een eerste stap te zetten om de onderliggende problemen tegen te gaan, is de verleiding om te doemdenken minder groot.
Hoe kijkt Nescius naar het fenomeen doemdenken?
Veel mensen doen aan doemdenken. Het fenomeen is van alle tijden en alle culturen. In plaats van het te veroordelen of onmiddellijk af te wijzen, loont het zich om dit soort denken te onderzoeken. Op welke individuele of collectieve angsten is het gebaseerd? Wat zegt het over ons als individu of juist als samenleving?
Door zulke gedachten bespreekbaar te maken kunnen we veel leren over onszelf. Het wijst erop dat we ons soms machteloos voelen, overgeleverd aan de omstandigheden, of dat we eigenlijk geen verantwoordelijkheid zouden willen nemen. Sigmund Freud, die soms behoorlijk fatalistisch kon zijn, schrijft ergens met betrekking tot het morele karakter van de mens: we zijn veel erger dan we geloven, maar als we dat aannemen, ook beter dan we kunnen weten. Het gaat erom, in elke situatie, opnieuw de speelruimte van onze vrijheid terug te veroveren.